Logopedie in Kaatsheuvel, Waalwijk en Sprang-Capelle
 

Cochleair Implantaat

Een cochleair implantaat (of CI) is een elektronisch implantaat dat geluid omzet in elektrische pulsen die de gehoorzeuw direct stimuleren. Hierdoor neemt het CI de functie van buiten-, midden-, en binnenoor over. Met een CI kunnen mensen die nog maar een beperkt restgehoor hebben, opnieuw leren klanken, geluiden en spraak waar te nemen.

Logopedisten in een vrije vestiging die te maken hebben met kinderen en/of volwassenen met een CI, richten de behandeling op het leren horen, het gebruik van spraakafzien, de communicatie met de omgeving en articulatie. Daarnaast is er veel aandacht voor het stimuleren van de spraaktaalontwikkeling bij kinderen. De logopedist onderzoekt of en hoe groot de spraaktaalachterstand is. Zij kijkt naar het begrip en het uiten van de taal. De logopedische behandeling sluit aan bij het spraaktaalniveau van het kind.

Met name de mensen die langere tijd (soms van de baby- of kleutertijd af) niets gehoord hebben, moeten helemaal opnieuw leren om geluiden en spraakklanken te herkennen. Het gaat dan om de vogel die fluit, het gritsel van bladeren, een auto die voorbij komt, maar dus ook om het herkennen van spraakklanken.

Met behulp van de logopedist gaan zij een proces in van intensief oefenen. Er is iemand uit de omgeving nodig om samen met de CI-patiënt te oefenen.

Casus:

Meneer F. is 76 jaar. Zijn gehoor begon 20 jaar geleden als gevolg van een erfelijke aandoening te verslechteren. Hij droeg al 14 jaar hoorapparaten, zowel links als rechts. Meneer hoorde uiteindelijk zo slecht, dat versterking met de hoorapparaten niet meer hielp. Hij kwam in aanmerking voor een Cochleair Implantaat.

Het CI werd aangebracht, en na intensieve begeleiding in het ziekenhuis, kwam hij in de praktijk voor hoortraining. Meneer oefende dagelijks met zijn vrouw. Ze trokken er bewust op uit, om bijvoorbeeld de geluiden van de straat, het bos, de winkels opnieuw te leren horen. Vaak hoorde meneer een geluid dat hij niet herkende. Zijn vrouw kon hem dan vertellen wat het was. Zo werd zijn gehoor opnieuw getraind. Ook werd het spraakverstaan getraind, enerzijds door thuis met zijn vrouw klanken, lettergrepen, woorden en zinnen te oefenen, maar zeker ook door veel onder de mensen te komen, om ook andere (hogere en lagere) stemmen te leren herkennen.

Omdat meneer F. heel lang wel goed gehoord had, en hij bovendien lange tijd hoorapparaten had gedragen, is zijn gehoor altijd "getraind" gebleven. Daardoor was het proces om opnieuw te leren horen niet zo moeilijk en langdurig, als dat het geval kan zijn bij mensen die tientallen jaren niets of nog nooit iets gehoord hebben.